De zomer staat voor de deur en hopelijk ook de warme temperaturen. Heerlijk als je ervan houdt, maar ook wel fijn als je wat kunt afkoelen. Zeker voor de kleintjes is het heerlijk om bezig te kunnen zijn met water, op een warme dag.
Heb je geen duur zwembad in de tuin of een lading waterpistolen in de kast liggen? Hier vind je 10 van de leukste waterspelletjes die je kunt doen met huis-, tuin- en keukenspullen zoals een plastic bekertje water, emmers gevuld met water, lege flessen of een teil water. Deze spelletjes met water zijn er voor groepen of duo’s van alle leeftijden.
1. Waterballonnen gevecht
Wat zijn betere waterspelletjes voor kinderen dan wedstrijdjes waterballonnen gooien? Het mooie hieraan is ook dat er niet perse een winnaar of verliezer hoeft te zijn. Je kunt gewoon een waterballonnen gevecht doen voor de leuk, kinderen gooien een met water gevulde ballon stuk en het geraakte kind is lekker afgekoeld.
Wil je er wel een wedstrijd van maken? Vul dan 2 emmers met gevulde waterballonnen en maak teams. Het team dat het snelste door alle ballonnen heen is, wint.
2. Waterflessen voetbal
Nog een oude vertrouwde. Het enige wat je nodig hebt, is een aantal plastic flessen, voor iedere deelnemer één, en een bal. De ene persoon staat aan de ene kant met een plastic fles gevuld met water en de andere persoon staat er tegenover. Speel je het met een groepje? Laat de kinderen dan in een cirkel staan.
Nu ga je gewoon voetballen, met als doel om elkaars fles om te schoppen. Bescherm je eigen fles zo goed mogelijk, want je mag een omgevallen fles snel weer rechtop zetten. Ben je te laat? Dan is de fles leeg en heb je verloren.
3. Knikkers vissen uit een emmer water
Vul een bak met water en een heleboel knikkers. Het doel is nu om de knikkers uit de bak met water te pakken, zonder de handen te gebruiken. Dus bijvoorbeeld door het hele hoofd in de emmer te stoppen en een knikker met de mond te pakken. (Je zou de knikkers ook kunnen vervangen door een gezond appeltje.)
Vind je dit te gevaarlijk of speel je met jonge kinderen? Laat de kinderen de knikkers dan met hun tenen pakken. Iedereen krijgt één poging per rondje. Het kind dat de meeste knikkers weet te pakken, wint.
4. (On)handige ober met plastic bekertjes
Pak een dienblad en zet hier een aantal plastic bekertjes water op. Het doel is om van punt één naar punt twee te komen, zonder dat de bekertjes vallen. Maar er zit een addertje onder het gras. De andere kinderen mogen namelijk met natte sponsen gooien naar de “ober” om te proberen de plastic bekers om te laten vallen.
Je kunt dit zo lastig maken als je zelf wilt. Voor kleine kinderen is een rechte lijn lastig genoeg, maar oudere kinderen kunnen een heel parcours afleggen. Over dingen heen springen, zigzaggen, je kunt het zo gek niet verzinnen. Degene met de meeste bekertjes water overhoudt, wint.
5. Zelfgemaakte waterglijbaan
Heb je een grote tuin? Dan is dit ideaal. Maak een eigen waterglijbaan met vuilniszakken, water en zeep. Plak een aantal vuilniszakken aan elkaar met sterke tape. Zorg wel dat de tape aan de onderkant komt te zitten. Vervolgens gooi je er een lading sop op, zodat het lekker glijdt. Neem een aanloopje en glij over de glijbaan.
Maak er een spel van
Leuke waterspelletjes bevatten vaak een spelelement, dus maak er een wedstrijd van. Zet aan beide kanten twee grote emmers, één volle emmer gevuld met waterballonnen en één lege emmer. Maak twee teams en geef de kinderen de opdracht om de ballonnen van de ene kant naar de lege emmers aan de overkant te krijgen.
Maar let op, je mag je handen niet gebruiken! Het team dat de meeste waterballonnen in hun emmer aan de overkant heeft, wint. Maar je mag ook waterballonnen van elkaar afpakken en het andere team dwarszitten. Een echte strijd die nog lastiger wordt gemaakt door de glibberige ondergrond.
6. Eierrace met water
Je kent vast het oude spelletje waarbij je een ei op een lepel naar de overkant moet brengen, zonder deze te laten vallen. Hetzelfde kun je doen met een grote soeplepel met water. Zet aan de ene kant een emmer water en aan de andere kant een lege emmer. Één voor elke deelnemer.
Nu kan de strijd beginnen! Het doel: zoveel mogelijk water van de ene emmer overbrengen naar de andere emmer. Dit kan gedaan worden met twee kinderen of je kunt er een estafette race van maken als je met een groep bent.
7. Dobbelspel met water
Zet een volle emmer water neer. De kinderen zitten hier in een kring omheen. Pak een dobbelsteen en laat ze één voor één gooien. Degene die 6 gooit, mag de andere kinderen nat spetteren.
8. Natte spons doorgeven
Met dit spel weet je zeker dat niemand droog blijft. De kinderen liggen op hun rug in een cirkel, met de voetjes omhoog. Maak een spons goed nat en geef deze aan het eerste kind, tussen de voetjes. Nu moeten de kinderen proberen de natte spons door te geven met hun voeten, zonder deze te laten vallen! Laat je de spons vallen? Dan ben je af, en natuurlijk helemaal nat. Degene die het langst overblijft, wint.
9. Waterballonnen vangen
Pak een vergiet en het liefst iets van een helm. Maak het vergiet vast aan de helm, zodat ze hem op kunnen zetten. Geen helm in huis? Dan kun je bijvoorbeeld ook elastiek gebruiken of de kinderen hem gewoon vast laten houden.
Één kind zet het vergiet op zijn of haar hoofd en de rest gaat waterballonnen gooien. Het doel is om er zoveel mogelijk te vangen, zonder dat ze kapot knappen. Degene die de meeste ballonnen weet te vangen, wint. De rest krijgt een heerlijk verfrissende douche.
Heb je geen ballonnen in huis? Dan kun je ook (plastic) bekers vullen met water en water opvangen in een dichte kom of kleine emmer die de kinderen op hun hoofd zetten.
10. Touwtje springen met water
Met dit spelletje houd je het zeker niet droog. De kinderen moeten touwtje springen mét in elke hand een gevuld bekertje water! Elk kind moet 3 keer springen en proberen zoveel mogelijk water in de bekertjes over te houden. Degene die na afloop het meeste water in de bekertjes heeft, wint.